Hoe aardbeienzaden te krijgen

Inhoud

• stadia
• Deel 1 Verzamel de zaden
• Deel 2 Spruit aardbeienzaden
• Deel 3 Aardbeienvoeten verplanten

De aardbeienzaden bevinden zich aan de buitenkant van het vruchtvlees. Je kunt ze oogsten om je eigen fruit te planten. Hier zijn enkele manieren om aardbeienzaden te oogsten: door het fruit te schrapen, het te mengen en te drogen.

stadia

Deel 1 Verzamel de zaden

1. 
   

   
   Meng de aardbeien en filter de zaden. Een van de meest voorkomende methoden voor het terugwinnen van aardbeienzaden is het fruit mengen en vervolgens de zaden uit de pulp halen. Hiervoor heb je minimaal 5 gezonde en volwassen aardbeien nodig. Een deel van de zaden zal tijdens het proces worden vernietigd, maar elke aardbei bevat veel zaden.
   • Plaats de vruchten in een blender en meng ze gedurende 10 tot 20 seconden op laag vermogen. Zet de blender opzij en laat het mengsel rusten.
   • Verzamel de bovenste laag drijvende zaden. Je kunt ze weggooien omdat deze zaden waarschijnlijk beschadigd zijn en niet levensvatbaar zijn.
   • Giet de pulp in een Chinees, nadat je er een kom onder hebt geplaatst om de pulp te verzamelen. Je kunt deze pulp eten, gebruiken in een cake of om een ​​jam te bereiden.
   • Ga boven een gootsteen staan ​​en laat het water in de Chinezen lopen om overtollige pulp te verwijderen. Als je klaar bent, zou je een hoop intacte zaden aan de onderkant van het vergiet moeten hebben. Verspreid ze op een stuk keukenpapier en laat ze aan de lucht drogen. Verwijder grote stukken pulp die mogelijk bij de zaden zijn achtergebleven.

2. 
   

   
   
   
   Schraap de zaden van het fruit. Een andere manier om de zaden van een aardbei te verwijderen, is om ze met een mes te krabben. Plaats om te beginnen ongeveer 5 gezonde en schone aardbeien in een luchtdichte container en leg ze een nacht in de vriezer.
   • Haal de aardbeien de volgende dag uit de vriezer. Schraap met een scheermes, keukenmes of mes voorzichtig de zijkanten van het mes om de zaden te verzamelen. Snijd het fruit niet te diep. Wees erg voorzichtig om uzelf geen pijn te doen.
   • Leg de verzamelde zaden op een schone doek en laat ze aan de lucht drogen. Eet de aardbeien die je hebt geschraapt of gebruik ze in de keuken.

3. 
   

   
   Droog de aardbeien en wrijf ze om de zaden los te maken. Om de zaden van de aardbei te verwijderen, kunt u ook fruitplakken snijden en laten drogen. Zodra ze droog zijn, kun je de zaden gemakkelijk verwijderen door ze met je vingertoppen te wrijven. Deze methode is veiliger dan de vorige. Gebruik ongeveer 4 aardbeien.
   • Leg de aardbeien op een snijplank. Snijd met een keukenmes voorzichtig verticale stroken op de buitenste laag van de snijder, van de staart tot de punt. Snijd net diep genoeg om de zaden en een beetje vlees te verwijderen.
   • Leg de reepjes, zaden omhoog, op een stuk schone handdoek. Druk deze latten voorzichtig op het keukenpapier. Plaats de doekjes en fruitstukken op een warme, droge plaats, maar niet in direct zonlicht. Laat ze enkele dagen drogen.
   • Zodra de strips volledig droog zijn, plaatst u de wisser op een vlakke ondergrond. Wrijf zachtjes met elke plak gedroogde aardbeien. Terwijl je je vinger op het fruit legt, zullen de zaden loskomen.

4. 
   

   
   
   
   Koop zaden. In plaats van aardbeienzaden te verzamelen, kun je ze ook kopen in tuincentra of op internet. Of als je wilt, kun je een aardbeienplant kopen, die veel gemakkelijker te kweken is.
   • Als je zaden koopt, moet je ze ontkiemen en de zaailingen verplanten zodra ze zijn ontsproten.
   • Wanneer u aardbeienzaden of zaailingen koopt, heeft u meer kans om een ​​erkend ras te krijgen. Als u aardbeien oogst die in winkels zijn gekocht, produceert de resulterende plant mogelijk niet hetzelfde soort fruit als zijn ouder, vooral als de originele aardbei een hybride was.

Deel 2 Spruit aardbeienzaden

1. 
   

   
   Vries de zaden in. Aardbeienzaden ontkiemen veel sneller als je ze eerst invriest. Inderdaad, het zorgt ervoor dat de aardbeien hun normale wintercyclus ingaan. Wanneer de zaden ontdooien en opwarmen, komen ze in hun cyclus van emps en beginnen onmiddellijk te ontkiemen.
   • Doe de droge zaden in een afgesloten zak of container. Laat ze 3 of 4 weken in de vriezer liggen.
   • Aardbeienzaden moeten worden geplant in de winter of vroege zomer, ongeveer 10 weken voor de laatste vorst. Zorg ervoor dat je de tijd hebt om de zaden voor deze datum te bevriezen.

2. 
   

   
   Ontdooi de zaden. Als je klaar bent om te planten, haal je de zaden uit de vriezer en laat je ze op kamertemperatuur komen. Laat ze in de luchtdichte container tot ze zijn opgewarmd.
   • Het is belangrijk dat de zaden niet in contact komen met de omringende lucht tijdens het opwarmen, omdat ze droog moeten blijven om schade door koud vocht te voorkomen.

3. 
   

   
   Plant de zaden. Vul een tuinblad met ongeveer 2 of 3 cm potgrond. Aardbeien houden van vruchtbare en licht zure grond. De ideale pH moet ongeveer 6 zijn. Voeg indien nodig zwavelpoeder toe aan de grond.
   • Voeg voldoende water toe om de grond te bevochtigen en strooi de aardbeienzaden erover. Bedek de zaden met een dunne laag aarde of turf, zodat ze nog steeds zonlicht ontvangen. Bedek het tuinblad met plasticfolie.

4. 
   

   
   Houd de zaden warm en vochtig totdat ze ontkiemen. Plaats de zaden in direct zonlicht. Wanneer de grond begint op te drogen, voeg dan een beetje meer water toe zodat de grond vochtig is totdat de zaden ontkiemen. Wanneer u de grond water geeft, verwijdert u de plastic folie volledig om de zaden te beluchten.
   • Aardbeienzaden kunnen 1 tot 6 weken duren voordat ze ontkiemen. Wees geduldig!
   • Verwijder de plastic folie volledig zodra de zaden zijn ontsproten.
   • Zodra de planten elk 3 of 4 bladeren hebben gekregen, zijn ze klaar om te worden getransplanteerd.

Deel 3 Aardbeienvoeten verplanten

1. 
   

   
   Kies een plek om je voeten te planten. Aardbeien kunnen in potten of verhoogde bedden worden geplant zodra er 3 weken zijn verstreken sinds de laatste vorst. Ze hebben veel zon nodig. Kies een plaats in uw tuin die elke dag tussen 6 en 10 uur aan de zon wordt blootgesteld.
   • Om een ​​eenvoudig verhoogd bed te maken, plaatst u een plastic vel waar u uw aardbeien wilt planten.
   • Gebruik stukjes hout, houtblokken, blokken, bakstenen of een ander soort materiaal om een ​​vierkante of rechthoekige barrière rond de plastic plaat te bouwen om de grond op zijn plaats te houden. Zorg ervoor dat deze barrière minimaal 25 cm hoog is.
   • Vul het midden met aarde, ongeveer 20 cm.

2. 
   

   
   Kies en bereid de aarde voor. Aardbeien houden van vochtige grond, maar niet nat. Je zult een land moeten kiezen dat goed afvoert. Je zou zandige leem kunnen gebruiken gemengd met compost of mest.
   • Gebruik ongeveer 1 derde van compost of mest, voor 2 derde van compost.

3. 
   

   
   Plant de aardbeien. Graaf voor elke voet een gat 15 cm diep in de grond. Plaats de plant in de grond en probeer de wortels zo min mogelijk te manipuleren. Ruimte de planten 60 cm.
   • Vul het gat rond de wortels met aarde en stamp het aan om luchtzakken te verwijderen.

4. 
   

   
   Geef de planten water terwijl ze groeien. Geef ze na het planten water. Breng meer water zodra de grond begint te drogen, vooral wanneer deze heet en droog begint te worden.
   • Geef je aardbeiplanten vroeg in de ochtend water en giet het water rechtstreeks op de grond. Maak geen fruit of bladeren nat.
   • Voeg een schone laag stro aan het grondoppervlak toe om de grond vochtig te houden.
   • Misschien moet je wachten tot volgend jaar totdat de planten vruchten beginnen af ​​te werpen.
   • Het wordt aanbevolen om alle bloemen tijdens het eerste jaar van groei te verwijderen, zodat de plant kan rijpen voordat hij vruchten geeft. Deze taak is misschien moeilijk, maar je zult in het tweede jaar een veel betere oogst hebben.
   • Je kunt ook beginnen met het kweken van je planten in de herfst en de volgende keer je eerste vruchten oogsten.