Hoe te programmeren in VBScript

Inhoud

• stadia
• Deel 1 Installeer uw ontwikkelomgeving
• Deel 2 Maak een typisch HTML-bestand
• Deel 3 Maak een programma "Hallo wereld! "
• Deel 4 Variabelen gebruiken
• Deel 5 Procedures gebruiken

VBScript is een native programmeertaal in Windows die voornamelijk wordt gebruikt om webservertoepassingen te maken. Het is gemakkelijk te begrijpen en integreert op natuurlijke wijze in HTML-bestanden. VBScript verschilt van Visual Basic dat wordt gebruikt voor het programmeren van bureaubladtoepassingen. Als je het VBScript wilt ontdekken, dan is dit artikel iets voor jou.

stadia

Deel 1 Installeer uw ontwikkelomgeving

1. 
   

   
   Zoek een goede code-editor voor het VBScript. Zelfs als u Kladblok kunt gebruiken, geeft u de voorkeur aan software die uw programmeerwerk gemakkelijker maakt door VBScript-termen in te kleuren. De syntaxis van de taal wordt gemarkeerd en u gaat sneller vooruit.

2. 
   

   
   Gebruik het Windows-besturingssysteem om toegang te krijgen tot Internet Explorer. Het VBScript wordt alleen beheerd door de Microsoft-webbrowser. Aangezien Internet Explorer alleen op Windows draait, is dit besturingssysteem de natuurlijke omgeving voor VBScript-programmering.

3. 
   

   
   Begin met het leren van enkele basiselementen van de VBScript-taal. Voordat u begint met VBScript-programmering, moet u enkele basisprocedures kennen die uw taak gemakkelijker maken.
   • Gebruik thepostrophe () om het begin van een commentaarregel aan te geven. Lijnen die met een apostrof beginnen, worden niet verwerkt door de VBScript-interpreter. Gebruik de opmerkingen om inzicht te geven in het programma.
   • Gebruik het sub-streepje (_ = onderstrepingsteken) om aan te geven dat de reeks instructies op de volgende regel wordt voortgezet. Over het algemeen komt elke regeleinde overeen met een nieuwe regel met instructies. Gebruik van de _ aan het einde van de regel kunt u een reeks instructies samenstellen die verschillende regels omvatten.

Deel 2 Maak een typisch HTML-bestand

1. 
   

   
   
   
   Maak een HTML-pagina voor uw VBScript-programma's. U integreert uw scripts in HTML-bestanden om te testen in Internet Explorer. Open uw code-editor en voer de volgende HTML-code in:

   ...

2. 
   

   
   Voeg de VBScript-tags toe. Wanneer u VBScript in uw HTML-bestanden integreert, moet u ook twee tags rond de code opnemen die de webbrowser kan interpreteren. Gebruik de tags rond de VBScript-code zoals in het volgende voorbeeld:

3. 
   

   
   Plaats VBScript-code in pagina's die op een ASP-server moeten worden gehost. Gebruik hiervoor speciale tags zoals in het volgende voorbeeld:

   <% ... %>

Deel 3 Maak een programma "Hallo wereld! "

1. 
   

   
   
   
   Voer de opdracht "schrijven" in. Hiermee kunt u inhoud weergeven die is bedoeld voor de gebruiker. Als u deze opdracht in een HTML-bestand gebruikt, wordt de e tussen haakjes weergegeven op de pagina die door de webbrowser wordt weergegeven.

2. 
   

   
   Voeg de e toe die u wilt bekijken. Plaats het tussen de haakjes van de schrijfopdracht en ook tussen dubbele aanhalingstekens (") om de interpreter te vertellen dat deze een reeks tekens moet verwerken.

3. 
   

   
   Test het bestand met Internet Explorer. Voordat u het gebruikt, moet u het opslaan in de indeling.html. Wanneer u het opent met Internet Explorer, zou u de e moeten zien Hallo wereld!

Deel 4 Variabelen gebruiken

1. 
   

   
   Declareer een variabele. Variabelen bevatten gegevens die worden gemanipuleerd door de VBScript-interpreter. U moet ze aangeven met het trefwoord 'Sun. Voordat u waarden eraan toewijst. U kunt er meerdere tegelijk aangeven. Variabelenamen moeten beginnen met een letter en kunnen maximaal 255 tekens lang zijn. In het onderstaande voorbeeld maken we de variabele "leeftijd".

2. 
   

   
   Wijs een waarde toe aan de variabele. Nu de variabele "leeftijd" is gedeclareerd, kunnen we er een waarde aan toekennen. Gebruik hiervoor het teken "=". We kunnen dan de opdracht "schrijven" gebruiken om de waarde van de variabele weer te geven om te controleren of alles goed is verlopen.

3. 
   

   
   Omgaan met variabelen. U kunt rekenkundige operatoren gebruiken om de inhoud van variabelen te wijzigen en u kunt VBScript-variabelen manipuleren alsof u algebra doet. U moet alle variabelen declareren die u zult gebruiken, inclusief degene die bedoeld is om het resultaat op te slaan.

4. 
   

   
   Maak een tafel. Een tabel is eigenlijk een reeks variabelen die elk overeenkomen met een vak dat een waarde kan bevatten. Het wordt door de VBScript-interpreter behandeld als een enkele variabele. Net als alle andere variabelen moet de tabel worden gedeclareerd voordat deze kan worden gebruikt. U moet ook het aantal waarden in de tabel aangeven door bij het aangeven het nummer op te geven dat overeenkomt met de index van het laatste vak (het nummer 0 dat overeenkomt met de index van het eerste vak). U kunt de waarde uit elk vak ophalen door de index als referentie te gebruiken.

5. 
   

   
   Maak een tweedimensionale tabel. Met VBScript kunt u multidimensionale arrays maken om meer gegevens op te slaan. Terwijl u de tabel declareert, kunt u de rij- en kolomnummers opgeven waaruit de tabel bestaat.

Deel 5 Procedures gebruiken

1. 
   

   
   Maak het verschil tussen de procedures "Sub" en "Functie". Er zijn twee soorten VBScript-procedures: de subroutine-subroutine en de functie die taken uitvoert.
   • Subroutines produceren acties, maar retourneren geen waarden die door het programma kunnen worden gebruikt.
   • Functies kunnen andere procedures oproepen en ook waarden retourneren die het programma kan gebruiken.

2. 
   

   
   Maak en roep een "Sub" -procedure aan. U kunt "Sub" -procedures maken die uw programma later zal aanroepen om taken uit te voeren. Gebruik de instructies sub en Einde Sub om een ​​"Sub" procedure af te bakenen. Gebruik de instructie telefoontje te activeren.

3. 
   

   
   Maak een functie of procedure Functie. De functie voert een taak uit en kan een waarde aan het programma retourneren. Het is het hart van je programma. Gebruik de instructies functie en Einde functie om de functie af te bakenen.